Schrijver James Worthy schreef in april 2016 voor Het Parool een ware klassieker. Een prachtig stukje tekst dat exact samenvat hoe deze huidige maatschappij – zelfs in 2018 nog steeds – bezeten is met ‘druk zijn’. Zowaar poëtisch weet James ons bij de lurven te grijpen om ons toch inzicht te brengen over wat we nou allemaal aan het doen zijn in deze gejaagde samenleving. Chapeau James!
Mocht je de onderstaande column sterk vinden, dan zou je zijn boeken eens moeten overwegen. Gegarandeerd sterk spul!
De column van James Worthy
James schrijft drie keer per week een column voor Het Parool en zijn stuk voor stuk het lezen waard. Volg hem ook op Twitter als je fan bent (geworden)!
“Soms wil ik gewoon weglopen. Net als Forrest Gump. Naar het einde van de straat, naar het einde van de stad, naar het einde van de wereld en dan heel misschien weer terug. Ontglippen aan alles. Aan de kookprogramma’s, aan de allesverslindende ambitie, aan het spaargeld en aan al die uitdrukkingsloze gezichten die van olifantenhuid lijken te zijn gemaakt.
Ik wil deserteren uit dat wat alleen nog maar leger gaat worden. In het verleden won de aanhouder nog weleens, maar tegenwoordig wint de ontevredenheid alle belangrijke toernooien. Waar je ook kijkt, zie je zure blikken, alsof onze oogleden ineens van citroenschil zijn gemaakt.
Soms wil ik gewoon weglopen. Net als Alexander Supertramp wegloopt in het door Jon Krakauer geschreven boek Into the wild. Want is dit echt alles? Draait dit leven enkel om diploma’s, hypotheken en promoties? Hebben mijn vader en moeder mij op deze wereld gezet om zestig e-mails per dag te versturen? Ben ik enkel geboren om een slaaf van mijn eigen bereikbaarheid te worden?
En wat is dat met die immer groeiende gulzigheid? Ik schaam me voor de stemmen in mijn hoofd. Ze schreeuwen om meer, terwijl ik al meer dan genoeg heb. Tevredenheid bestaat niet meer. Het gevoel van niets meer te verlangen hebben dan wat er nu is, is in zijn geheel opgeschrokt door de termieten van ons eigen ongenoegen.
En in de tramhalte zien we een poster van arme kinderen in derdewereldlanden. Ze hebben niets, maar toch ogen ze gelukkiger. Die kinderen houden meer van weinig dan wij van te veel houden.
Op dat soort momenten zie ik een tramhalte in een derdewereldland voor me. In die tramhalte hangt een poster. Op de poster staan drie mensen die eventjes geen wifi hebben. Onderaan de poster staat de tekst: ‘Echte armoede heeft niets met geld te maken. Geef om deze mensen. Stort nu wat tevredenheid.’ Ik wil gaan lopen en niet meer stoppen.
Wildernis
Ik wil op plekken komen waar nog nooit iemand is geweest. Die eerste voetstap in de aarde. En de wildernis zal mij niets kwalijk nemen. Ik wil uren naar de wolken kijken en vrienden worden met een vos.
Ik wil gewoon weer rustig op het leven kunnen kauwen in plaats van dat ik het leven maar moet doorslikken zonder te kauwen. We gunnen onszelf niet eens meer de tijd om op het leven te kauwen. Alles heeft haast. Het leven is een magnetronmaaltijd geworden.
Soms wil ik gewoon weglopen. Net als Forrest Gump. Naar het einde van de straat, naar het einde van de stad, naar het einde van de wereld en dan heel misschien weer terug. Maar ik zal het nooit doen, want lafheid is net als gulzigheid een slechte eigenschap en alle slechte eigenschappen zijn besmettelijk.”